Het was onze laatste nacht in de tent, ook de laatste fietsdag. We fietsen om 7u30 de kurkdroge wadi uit. De laatste keer dat hier water stond is 15 jaar geleden aldus Jassim, toen bouwden ze een grote dam om het water tegen te houden, maar sindsdien regende het niet meer……
Het is 22°C, heerlijk fietsweer. Na 15 km moéten we een grote weg op, een expresweg zeg maar. Gelukkig is er de ‘pechstrook’, ons fietspad, er is geen druk verkeer. De verstandhouding ons kleine peleton is goed, we zetten mekaar uit de wind waar het kan. Na 30 km is een eerste drankstop voorzien, maar Jassim heeft een lekke band, eer die hersteld is zijn wij al 20 km verder. Hierdoor zijn we voor op het vooropgestelde schema. De zalige 22° is twee uurtjes later al 30°, ondertussen heeft Jassim ons ingehaald mét een volle frigobox. We gaan de drukke weg af en fietsen opnieuw door een volgende wadi. Het landschap is wederom betoverend, op een schaduwrijke plaats tegen een enorme rotswand stoppen we voor een picnick. In geen tijd maakt Jassim een lekkere salade. Een uurtje later beginnen we aan de laatste km’s van ons fietsreis, maar eer we kust van Muscat bereiken liggen er nog twee serieuze puisten te wachten. Ondertussen is het 36°, het asfalt gaat 12% omhoog, we fietsen amper 5 km per uur. Het landschap blijft ongelooflijk, boven wacht de beloning, een lange afdaling. Rond 15 u komen we terug aan waar we ruim een week eerder vertrokken zijn. De teller staat op ruim 700 km. Op een terrasje bij de zee, de Golf Van Oman, sluiten we deze fietsreis af met een veel te grote milkshake…..
Opruimen van laatste bushcamp.
Picknicken in de schaduw…..;
Binnenrijden van Muscat.
XXL milkshake !
Groepsfoto bij aankomst……!
Pascal had geregeld dat we gisteren ‘de was’ konden afgeven, deze ochtend zaten we allemaal in een frisse koersbroek.
Het is 10 u eer we vertrekken uit Sur, niet op de fiets maar in een busje voor de verandering, onze fietsen op een vrachtwagen. De eerste 40 km zijn dezelfde van de laatste 40 km van gisteren. Niet echt de meest pittoreske weg, vandaar dat we een beetje bedriegen vandaag. Niemand is rouwig hiervoor want de twee vorige dagen waren best vermoeiend. Langs een rustige kustweg fietsen we met de zee op onze rechterkant, links de bergen die rijken tot meer dan 1000 meter hoog. De kustlijn is niet te vergelijken met onze Belgische, geen flatgebouwen, geen toeristen, geen frigoboxen. De rustige weg blijft niet duren, we draaien een grotere weg waar we in de schaduw van een brandweerkazerne picknicken. Onze eindbestemming is er opnieuw eentje zonder adres, het derde en laatste bushcamp. Eerst nog een koffiestop in het laatste dorpje voor we een wadi doorfietsen. De kampplaats ligt tussen/ onder een paar bomen, een geitenboer uit de buurt komt zijn schapen weghalen, wat niet vanzelf gaat. Het is de mooiste plek waar we al kampeerden. De tenten opzetten gaat al iets sneller, al zijn het eigenlijk maar ‘broltentjes’. We moeten op elke hoek een dikke steen leggen anders is ze met de minste zucht gaan vliegen. We wassen ons in een rode slakom met drinkwater uit een vijfliterbidon, hoe decadent. Ondertussen heeft Jassim de picknicktafel al gemonteerd en eten we ons verdiende pakje chips….;)
De zon gaat bijna onder, een paar uurtjes later is het eten klaar, er staat een stoofpotje met garnalen op het menu, dit was zijn lekkerste ‘campingmaaltijd’, daar is iedereen het over eens. Met 12 rond de tafel is er sowieso altijd een gespreksonderwerp, niet zelden over Nederland en Belgie,vooral dan de gewoontes/ verschillen. Wij zijn met ons twee + Dina, een 62 jarige tandarts op rust met amper drie Belgen in deze groep, tegenover 9 Nederlanders. De Nederlanders zijn oa de 26 jarige Max met zijn 70 jarige vader Henk, beiden dokters. Otto en Anton, beiden rond de 65 en op pensioen, en Theo en Wim, de ene al wat gepensioneerder dat de andere. En dan nog twee vrouwen, Virgie en Annemiek. Deze laatste kennen we al van vorige tochten met Pascal.
De leeftijden zijn van die aard dat wij bij de ‘jongsten’ zijn, maar ze zijn allen vrij goeie fietsers die al vele fietsreizen in de benen hebben, het is in elk geval inspirerend voor ons dat het ook na de 65 nog kan, dit soort reizen.…..
Voor 8u zijn we al op weg. De eerste 10 km zijn vervelend wasbord én vals plat, geen interessante combinatie. Het is heel warm ondanks het ochtenduur. Dan volgt er een 6 km lange steile ‘muur’, die fietsen onmogelijk maakt. Jassim heeft in de buurt drie jeeps geronseld die ons tot voorbij het steilste stuk gaan brengen. Zelfs voor de jeeps was het al harken om boven de komen. Eens gedropt, fietsen we verder op een soort plateau, een brede heuvelrug, we bevinden we ons op ongeveer 1600 meter. Ook hier vlotjes 30 graden. Er komen nog hele steile klimmetjes, we halen bij momenten amper 4 per uur. Te voet gaan is nóg lastiger, dus dat is geen optie. Dit is wellicht het mooiste stukje Oman dat we tot nu toe gezien hebben. Heel desolaat, hier een daar een dorpje met een paar huizen, onbegrijpelijk dat hier mensen wonen, we duwen onszelf naar boven.
Kort na de middag komen bij een plaats waar de kust in de verte maar vooral diepte opduikt, we bevinden ons op 1100m hoogte, er enorme afgrond gaapt voor ons uit. Hier, onder een paar stromatten is er net genoeg schaduw om te picnicken. Van op dit punt is het nog 10 km afdalen tot zeeniveau, een heel steile afdaling om u tegen te zeggen. Pascal heeft via Jassim een jeep geregeld voor twee vrouwen in de groep die de afdaling niet aandurven. De rest van de groep durft de afdaling aan. We hebben nu wel al ‘teen en tander’ afgefietst de laatste 20 jaar, maar dit heb ik nog nergens anders gezien/ gefietst, zo steil. De gps gaf -26% aan bij momenten. Het komt er op neer dat aan gemiddeld 10% afdalen over een afstand van 10 kilometer, het wegdek is afwisselend beton en onverhard. Eens beneden nog 45 km de kustlijn af langs een grote weg met weinig verkeer. We logeren in een mooi hotel, de tent hoeven we niet op te zetten vandaag.
7 u ‘ s ochtends, net voor we uitcheken…;)
Schitterend landschap, je krijgt er dorst van……
Eén van de jeeps die ons naar de top brengt.
Begraafplaats…..
Vanop dit punt ligt de zee 1100 meter lager (!)
Zeer mooi relatief vlakke dag naar Al rakkakiya waar we opnieuw kamperen. Heel mooie landschappen, de bergen zijn immens. Zeer weinig verkeer ook. Dikwijls krijgen we een duim van de voorbijrijdende auto’s. Op een bepaald moment roept een chauffeur vanachter het stuur “where you from ?”. Toen we België terugriepen “from Belgium “ schreeuwde hij tot drie keer toe” Hazard,Hazard !, en wij “Aja, ok 😎”. Ondanks niet heel veel bergop toch moe bij aankomst. Het was gans de dag tussen 35 en 40 graden. De kampplaats was opnieuw op een mooie, doch meer zanderige plaats.
Voor het avondeten, klaargemaakt door kok/ chauffeur Jassim, komt meestal vrij laat, waardoor we wat tijd hebben om een dutje te doen. Het is stil in de meeste tenten, de kilometers samen met de hitte hangen er bij iedereen in.
Al om 7 u zitten we op de fiets. Ongeveer 12 km later arriveren we aan de vrijdagse geitenmarkt van Nizwa. Dit is echt een niet te missen attractie. We zijn er niet de enige toeristen. Het is een drukte van jewelste. In een grote overdekte rotonde lopen de verkopers rondjes, met hun geit of geiten aan de hand of op de arm indien het lammetjes zijn. De kopers zitten of staan errond en bieden dan hun prijs. We verstaan er niets van maar het wel de moeite om mee te maken. Nadoen kuieren we door de nabijgelegen souks. We hebben ogen te kort, het marktleven hier is totaal anders dan wat wij kennen maar tegelijk toch een beetje hetzelfde, alles is er te krijgen.
Tegen de middag eten we nabij het hotel en fietsen we nadien 50 km tot ons eerste bushcamp.
Een moeilijke tocht is het niet, niet veel bergjes deze keer, we fietsen er wel tussen.
De campplaats is geen camping zoals wij dat kennen, het is gewoon ergens een open plek, het lijkt een beetje op een maanlandschap. De zon is er nog maar vooraleer de tenten openstaan is het 17 u, een uurtje later gaat ze onder. De tent is niet echt groot (blijkt achteraf een 1 persoonstent te zijn), de bagage ligt buiten aan onze voordeur/ rits zeg maar. Als avondeten, onder andere lamsbrochtten en humus. Voor 9 uur liggen we allemaal in de tent.
[wpvideo hiaLph2N]
We dalen van 2000 naar 700 meter, over een lengte van 35 km.
Het is dezelfde weg terug naar Al Hamra, na een koffiestop rijden we door naar Nizwa, de voormalige hoofdstad van Oman.
Onderweg picnick onder een boom die Jassim, ons manusje van alles uitgekozen heeft. Het is heeeeeel warm. In de krant lezen we dat het thuis iets kouder is…;)
Na de middagstop nog 16 km naar het hotel in Nizwa, proper, vriendelijk, alles erop en eraan.
Deze ochtend staat er een drie uur durende wandeling lang de Jebel Shams canyon op het programma. Doris en ik passen hiervoor, Doris’ knie wordt niet blij van 3 uur wandelen en ik wordt al moe enkel van het woord wandelen ;(
De rest van de groep ziet het wel zitten en vertrekt rond 8u30. Wij genieten ondertussen van het zonnetje, hier op deze hoogte is het aangenaam deze voormiddag, niet echt heet. Tegen de middag fietsen we naar het begin van de wandeling, een 3 kilometer hier vandaan. We nemen een korte canyon glimp en een foto, da’s genoeg. Gezien Doris’ hoogtevrees had het sowieso geen strak plan geweest, deze wandeling. Ook Henk, een Nederlandse hematoloog van 70 en Dina, de enige andere Belgische in de groep, zijn vroegtijdig teruggekeerd wegens hoogtevrees. Het wandelpad blijkt niet echt beveiligd te zijn. De namiddag is rustdag, we slapen wel in een ander resort even verderop, dit wegens een overboeking in ons hotel van vorige nacht. Het zijn de enige twee mogelijkheden hierboven om te logeren, voor de rest zijn hier enkel bergen….
Jebel Shams canyon.
Ondanks de hoogte is het ’s ochtends al aangenaam warm. Het ideale seizoen om Oman te bezoeken is van november tot eind maart. Nadien is het hier veel te heet.
We dalen onmiddellijk 20 km af over perfect asfalt. De vergezichten dwingen ons regelmatig tot tot een fotostop, niet enkel van het landschap maar ook mekaar op de fiets. Beneden in Al Hamra weet Pascal een koffiehuisje waar we een ruime pauze nemen. Hier ook internet, dus iedereen blij, we hebben namelijk met ze’n allen een ‘wifitekort’, helaas nog geen tabletjes hiervoor…..;)
Nog 17 km op en af van hieruit, maar dan komt het venijn van deze rit, we klimmen gedurende 8 km terug naar 1500 meter, tot waar we gaan lunchen. Weliswaar over asfalt maar heel steil en zonder rustmomenten. Met 3 a 4 km per uur moeten we tevreden zijn, sneller kan echt niet. Lunchen doen we in de kleine barak, het eten is simpel maar voldoende. Na he eten worden de banden wat afgelaten, want vanaf hier nog 10 km onverhard naar 2000 meter. Iets minder steile stukken maar aangezien geen asfalt even zwaar als ervoor. Dan na 65 km in het gat van pluto ligt het Sama resort, onze eindbestemming van vandaag. Het bevind zich drie kilometer voor de Jebel Shams kloof, ook de ‘Grand Canyon’ van Oman genaamd, maar die is voor morgen. Mooi en gezellig plaatsje, redelijk toeristisch, verschillende kleine groepen die jeepgewijs de weg hier naartoe vinden. De kamers zijn proper, jammer van de staalharde matrassen, die komen bijna zeker uit Japan denken we….