We fietsen weg uit het letterlijk granieten Monsanto na het beste ontbijt tot nu toe.
Ook het ‘Geo-hotel’ was het beste sinds ons vertrek uit Braganca.
We fietsen net als gisteren over ongeveer dezelfde oude Romeinse wegjes, bezaaid met dikke keien. Het is 93 km vandaag, een ‘medium’ rit zegt het roadbook. De eerste stop volgt al vrij snel na 10 km, we bezoeken een oude Romeinse olijfperserij, Antonio is onze gids.
Op km 25 stoppen we opnieuw, hier moeten we een ‘special cheese sandwich’ eten, volgens kenners een niet te missen lekker broodje kaas. Persoonlijk vond ik het maar zus&zo, heel sterke kaas.
De reden waarom we zo snel stoppen is omdat we pas op 72 km gaan kunnen lunchen. Er is onderweg geen mogelijkheid, geen goeie plaats om dit te organiseren.
We rijden door weeral een prachtig stukje Portugal, de temperatuur valt mee, toch zolang we op de fiets zitten. Hier en daar een river crossing en een hek welke we moeten openen, voor de rest een makkelijke tocht. Te makkelijk…..?
Het is 13u50, we stoppen even voor een foto, nog 10 km te gaan voor de lunch hadden we net tegen elkaar gezegd. We fietsen de Amerikanen voorbij die wat schaduw zochten onze een boom. Isidro, de Portugees waar we vaak samen mee fietsten, reed ongeveer honderd meter voor ons uit.
Er nadert een bocht, waar de veldweg een duik naar beneden neemt, niets speciaal of moeilijk, gewoon een bocht zoals we er al duizenden namen.
Toch moet er iets geweest zijn wat ik niet opmerkte want toen we de bocht ingingen, klapte ons voorwiel onderuit en minder dan een seconde later smakten we zwaar tegen de grond. We voelden meteen dat het een zware klap was, onze vakantie zat erop, daar bestond geen twijfel over.
Doris heeft de klap het meeste met haar schouder opgevangen, ikzelf ben vooral op mijn heup/ bekken terechtgekomen. Doris zag letterlijk zwarte vlekken voor de ogen zei ze nadien. Ik kreeg een pijnscheut die aanvoelde als een bliksemschicht dwars door mijn liesstreek, zo’n pijn had ik nog nooit gevoeld.
Isidro die net voor ons uit reed, moet het gehoord hebben, hij maakte direct rechtsomkeer.
We lagen beide in de zon, ik kon echt niet bewegen, de pijn was té hevig.
Isodro sleepte Doris naar de schaduw, jammer genoeg in een mierennest. Dat was op dat moment echter niet het belangrijkste.
Daar lagen we dan, we dachten ongetwijfeld hetzelfde, einde van de vakantie en wat nu……
Isidro probeerde onmiddellijk Antonio te bellen, wat niet meteen lukte. Hij als gids fietste als laatste. Druppelsgewijs kwam de rest van de groep ook aangefietst. Tot overmaat van ramp kwam een vrije omvangrijke groep koeien onze richting uit. Op zich niets aan de hand, maar ik lag in het midden van het pad, en kon niet bewegen, gelukkig waren de anderen er om de kudde te de andere kant op de jagen.
Antonio kwam na een kwartiertje ook aangefietst en contacteerde meteen het dichtsbijzijnde hospitaal. Hij heeft veel ervaring als gids, zijn kalmte was opvallend. Rui, een andere Portugees uit de groep maakte met zijn armen en zijn t-shirt een mini zonnescherm voor mij, zodat ik de felle zon niet hoefde te voelen. Martin, het mannelijke deel van de Amerikaanse tandem, is een een letterlijke steun geweest, hij zette zich rug aan rug met mij, zodat ik kon rechtop kon blijven zitten. Doris en ik hebben amper gepraat tijdens het wachtten op de ambu’s. Het was een raar moment, de stilte, de hitte en vooral het lange wachten. Ongeveer 50 minuten later kwamen de ambulances aan. Het duurde een uur eer we in de kliniek aankwamen.
De rest van het verhaal volgt….
….Er rit die door Antonio als ‘high’ beschreven staat dwingt ons al om 8.30 op de fiets. Voor ons twee niet erg, wij zijn meestal vroeg wakker en de Portugezen ontbijten niet echt vroeg, geen ideale combinatie dus. We fietsen door zeer desolaat gebied vandaag, enkel een een dorpje op km 15, waar we een ochtendkoffie drinken. Het meisje van dienst schrikt als ze 10 fietsers tegelijk een koffie of frisdrank moet serveren. Hier een ‘business in de horeca’ bedrijven lijkt me alles behalve winstgevend. We stoppen zo snel na de start omdat we de volgende 30 km niéts gaan zien dan wilde Portugese natuur, tot aan de lunch wil dat zeggen. Het parcours is zeer ruig vandaag, gans de tijd stenen en gravel, sommige beklimmingen moeten we van de fiets, wegens geen tractie meer met het achterwiel. Één van de afdalingen was zo steil en overgoten met stenen dat Doris vanachter riep dat ze schrik had. Dat was geleden van in onze beginjaren op de tandem 😀. Ondanks de 30 graden probeerde ik tevergeefs het hoofd koel te houden, we overleefden de afdaling wel maar ikzelf was er ook maar 80% gerust in, iets wat zij niet doorhad. Alle afdalingen die nu nog zullen komen zijn sowieso minder steil, dat kan niet anders……. Op km 46 staan Bertha en Rui onder boom de lunch klaar te maken, in de schaduw wachten we tot de groep compleet is. Samen fietsen doen we quasi nooit. We zijn allen verschillende type fietsers, op dit parcours valt elk groepje na 10 minuten uit elkaar, best ieder zijn eigen tempo is al gebleken sinds dag 1. Antonio rijd telkens als laatste, zodat hij alle ‘schapen’ ’s avonds de stal in krijgt. Na de lunch nog 20 km tot Mosanto, een stadje, hoe kan anders, op een heuvel. We fietsen nu door een bos waar hij sinds jaren niet meer kwam, hierdoor gaat hij als eerste rijden en misschien van de gps route moet afwijken. Sommige wegjes zijn misschien dichtgegroeid vreest hij, wat even later blijkt te kloppen. Hij loods ons via een andere weg terug op de gsp track, we moeten we tot twee keer een omheining overklauteren, wat een paar grappige plaatjes opleverd. De laatste 2 km tot aan het hotel zijn supersteil, een met dikke stenen bezaaid geitenpad, we begeven ons duidelijk naar een Middeleeuws stadje. We wisten het vooraf dus we houden onze laatste cartouche voor deze klim. Monsanto is uniek, het is volledig gebouwd uit graniet. De legende wil dat dit het meest Portugese stadje is. De laatste 300 meter komen we op asfalt en aan het hotel staan Bertha en Rui ons op te wachten. Ik ben zo ‘nat van ’t zweet’ dat ik begot een pintje drink bij aankomst, één van de weinige pintjes in mijn 52 jarig bestaan. Doris gelooft haar ogen niet. Ik moet wel toegeven dat ik direct nadien met een cola de biersmaak heb doorgespoeld.