Toen we eind oktober 2011 beslisten om dit te doen, beseften we niet echt goed waar we voor stonden. Nu het achter de rug is eten we hoe het was en wat het is, de Tour op een tandem fietsen. De afgelopen 8 maanden stonden we er mee op en gingen we er mee slapen, met deze Tour. Ons doen en laten werd er volledig door bepaald. We trainden heel veel, meer dan 9000 km sinds 1 jan 2012 . Voor de rest vooral werken, eten en (proberen ) veel te slapen.
Onze Tour in cijfers;
afstand op de fiets afgelegd : 3.541 km
hoogtemeters overbrugd : 45.258 hm
gem. snelheid : 24,2 km/u
tijd doorgebracht op de tandem : +/- 138 u
gem. hartslag : 117
verplaatsingen met de bus : 2200 km
Het was zwoegen, vooral in het hooggebergte. Een verrassing was dit niet, klimmen op een tandem is nu eenmaal zware kost, afdalen des te makkelijker. De laatste jaren hebben we heel wat tandemervaring opgedaan,wat er toe bijgedragen heeft dat we deze Tour overleefd hebben. We weten heel goed wat we kunnen en vooral wat we niet kunnen, en net hierdoor hebben we nooit ‘zot’ gedaan en onze energie proberen te verdelen over de afgelopen 3 weken. In de vlakkere etappe ‘s, welke er eigenlijk niet echt waren, konden we ons redelijk handhaven en de tweede, minder snelle groep fietsen. Naarmate de etappe ‘s vorderen, konden we alsmaar beter ‘volgen’. Dat hadden gehoopt/verwacht, snel zijn we niet, maar we houden het meestal vrij lang vol, vooral in +150 km tochten kwam dit goed van pas. Dit hebben we te danken aan onze vele duurtrainingen. Lichamelijk hebben we weinig problemen gehad, als was er de onvermijdelijke vermoeidheid die naarmate de Tour vorderde alsmaar toenam. Het was als een tube tandpasta, als die bijna leeg is, denk je, nu is hij leeg, en de volgende ochtend krijg je er toch nog een beetje uit…..De tandem heeft het ook goed volgehouden, we hebben geen mechanische problemen gehad, 11 lekke banden en een versleten ketting niet te na gesproken…Onze ‘moral’ zat wel eens onder nul, vooral de dag van ons ongeluk, hier hebben we er mekaar moeten ‘doortrekken’, maar ook daar hebben ervaring in…;).
Is dit voor herhaling vatbaar..? Die vraag krijgen we regelmatig te horen. Ik denk het niet, de wereld is veel te groot en onze tijd is veel te beperkt…..;) Het zou trouwens nooit meer hetzelfde zijn als deze eerste keer.
Het is een ‘once in a lifetime’ ervaring geweest, één van de mooiste op de fiets tot nog toe ….
Bedankt om ons te volgen !
De meest relaxte ochtend sinds drie weken. We zijn wel al met één been in Parijs, maar toch, ik ga mijn ogen heel goed openhouden, deze laatste 80 km, op weg naar de Eifeltoren. De plaatselijke rondjes in Parijs doen we niet, dit zou ook niet te doen zijn, op een zaterdag te midden van het drukke verkeer. De eerste 30 km fietsen we door een zeer groene bosrijke streek, totaal niets doet denken aan Parijs. Twee lekke banden en één iemand heeft spaakbreuk, maar wij bleven gespaard vandaag. (Onze bidon met water uit Lourdes zit er voor iets tussen ben ik zeker). Na km 40 komen we meer in de voorsteden van Parijs, het wordt alsmaar drukker. Met een zwerm van zo’n 35 fietsers zijn we één groot voertuig, aan de stoplichten geeft het overige verkeer ons meestal voorrang. Hét kippenvel moment komt er wanneer we met ze‘n allen de Champs Elysees opfietsen, en net voor de Arc De Triomphe onze zonen Anton en Lucas zien staan. Zij zijn deze ochtend speciaal naar Parijs gekomen om hun ‘oudjes’ op te verwelkomen en hun veilig naar huis te brengen, waarvoor dank !
Nicole, de vrouw van Carl heeft een leuke verrassing. Ze liet voor ons twee en voor Carl en Jan een medaille/aandenken maken. Ge moest gezien hebben hoe jaloers die Nederlanders waren op ons…..;) bedankt Nicole!
We eten vlakbij de Arc nog een laatste keer samen met de groep en laden de auto in. Om halfdrie nemen we afscheid van iedereen en gaan we naar ons laatste hotel deze week, naar huis…..
Om 7u40 worden we opgebeld door Radio 2 voor een interview. We komen beiden aan het woord, jammer dat onze stem nog wat ‘schor’ is, zo vroeg op de dag. Anton sms’t dat het nog meeviel….;)
Om iets over 9 u zitten we terug in de bus voor een transfer van 240 km naar de start van de tijdrit. Mijn achterband is deze nacht leeggelopen, pffft, ik schrik er zelfs niet meer van. Even dacht ik aan een flauwe grap, maar de binnenband was stuk aan het ventiel. We hebben al even geen regen meer gezien, maar al snel is het zover, het regent zelfs een beetje naar binnen in de bus. De sfeer in ontspannen, er worden allerlei lijstjes gemaakt over de afgelopen drie weken, mooiste etappe, mooiste fiets, beste hotel etc, wij winnen de prijs ‘ meest lekke banden ‘
Omstreeks het middaguur zijn we in Bonneval. Nadat we van de bus zijn vervang ik nog maar eens de binnenband, ik ben onnodig zenuwachtig, er is nochtans tijd genoeg, want we gaan eerst koffie drinken, met gebak. Dit is eigenlijk een extra rustdag, daarna beginnen we aan de vlakke tijdrit van 53,5 km. We blijven we in één peloton rijden. Het parcours is zo goed als vlak te noemen. Soms door dorpjes, maar weinig bochten. ‘t zal spectaculair zijn wanneer de echte coureurs hier aan bijna 60 km/u gaan voorbij vliegen. Wij doen het aan een schamele 30 km/u, en zijn rond ‘de noen‘ in Chartres……
Nog één lange etappe fietsen, de op één na langste van deze Tour, dat is wat we vandaag gaan doen. Iedereen is blij dat het er bijna opzit, deze Tour. Naar het noorden vandaag, met gans de weg kopwind. Uit Blagnac, een deel van Toulouse fietsen we weg langs een veel te drukke weg, maar er zit niets anders op. We rijden langs de fabriek van vliegtuigbouwer Airbus, een grote poort staat open, we zien van ver de staart van een, denk ik nieuw exemplaar.
De snelle groep is er direct vandoor, ons peleton, wat trager fietst is vrij omvangrijk. Er wordt veel gehoest, de virale infecties zijn op 1 hand niet te tellen. Doris is er vanaf, mezelf hebben de virussen voorlopig met rust gelaten. De eerste 70 km zijn vrijwel vlak, enkel een klim van derde cat. Na de lunch begint het stevig te heuvelen, er komen nog drie klimmetjes van vierde cat. eer we in Brive zijn. Het is terug een vlakke etappe, althans naar Tour normen. Aan onze benen kunnen we dit echter niet wijsmaken, ze voelen de 2150 hm die we vandaag overbruggen helemaal niet als vlak aan maar eerder als een tochtje in de Ardennen. We voelen ons goed ondanks alles, het peletonnetje breekt in stukjes naarmate de etappe vordert. Op het parcours van vandaag komen we met onze tandem beter uit de verf, we komen sneller aan dan sommigen ons verwachtten. Tijdens de etappe’s in het hooggebergte waren we steeds veruit bij de laatste. We eindigen met 233 km op de teller, ons ‘gat’ doet zeer, maar kapot zijn we tot onze eigen verbazing niet. We hebben nochtans al ruim meer dan 3000 km gefietst op iets meer dan twee weken. De organisatie heeft een hotel voorzien even buiten Brive, waar de officiële finish zal zijn morgen. We kunnen er douchen én eten, alvorens we een transfer van 250 km noordwaarts maken. Ons bed zien we pas om middernacht.
We sliepen afgelopen nacht in Spanje begot, net over de grens, in een klein plaatsje waar we niet eens van kennen. Het was 21u30 wanneer we er neerstrijken. Eerst op restaurant, dan naar de kamer, dat was het plan van de organisatie, de tafel zou al sinds 21 u gedekt staan. Doris en ik hadden direct na aankomst van de etappe elk een pizza naar binnen gewerkt, onze maag zat nog te vol, wij wilden direct gaan slapen, samen met nog een paar anderen.
Na de zware etappe van gisteren zijn we nog niet af van de mooie Pyrenéen. We rijden eerst met de bus terug naar Luchon. Vanaf daar de fiets op naar de eerste klim, de Col du Menté ( 9, 3 km aan 9,1% ), niet echt een makkelijk begin van de dag. Het is nog lekker koel op dit moment van de dag, het wordt terug heet vandaag.
Vervolgens dalen naar we af, door alweer een zeer mooie streek naar de Col des Ares ( 2de cat). We eten op km 88. De laatste col buiten categorie die ons nog te wachten staat tijdens de Tour 2012 is de Port du Balés ( 11,7 km aan 7,7%), de aanloop die ook al goed omhoog gaat is ook 11 km lang. Het is de heetste dag die we tot nu toe gehad hebben, we zweten liters per dag.
Gelukkig is loopt deze klim door een bosrijke omgeving, we kunnen geregeld in de schaduw fietsen. De temperatuur tijdens ‘t fietsen loopt op tot 41°. Onze voeten die aanvoelen als gekookte aardappelen dompelen we regelmatig in een letterlijk ‘kabbelend’ beekje. Met natte kousen in de schoenen, heerlijk……
Om 16 u staan we boven op de Port de Balés, een vrij emotioneel moment, wetende dat dit de laatste col was uit deze/onze Tour. Althans voor ons toch, want de organisatie van de Tour, heeft ons ongewild een cadeau gedaan. Na de Balés moesten we normaal gezien afdalen en de Peyresourde nog eens beklimmen tot in Peragydes.
Maar vandaag rijden de profs de rit die wij gisteren reden, en dalen zij de Peyresourde af, dus we zouden hen letterlijk tegemoet fietsen, wat uiteraard onmogelijk is. Tussen 13 en 17 u is die weg volledig afgesloten voor alle verkeer, dus ook voor ons. Hem na de koers opfietsen is ook niet te doen, alle campers/auto’s én mensen te voet willen die berg af na de koers, het zou bijna onmogelijk zijn daar tegen in te gaan fietsen. Daar we afgelopen weken sowieso al meer kilometers en hoogtemeters aflegden dan de officiele toer lang is, moeten we geen schuldgevoel hebben hiervoor. We dalen dus de Col de Balés af langs dezelfde kant, de bus staat 22 km lager in het dal te wachten op een heel pittoresk plaatsje. We baden in het (heel koude) riviertje en bij nog steeds 30° is iedereen blij dat het klimwerk erop zit voor vandaag. Nu nog twee uur de bus op, we zijn alweer onderweg naar het volgende hotel.
Na de rustdag van gisteren hopen we klaar te zijn voor dé koninginnerit van deze Tour. Er staan 197 km 4 col’s op het programma. Om 5.30 u de wekker, 6 u ontbijt, dan de bus op voor 40 km en even voor 8 u zitten we op de fiets. We vertrekken in één groep maar die gaat te snel, de groep breekt in stukken. Op km 35 is er bevoorrading, aan de voet van de Col d’ Aubisque, de eerste col ( 16,4 km aan 7,1% gem). ‘t Is de eerste van de dag, we zijn nog fris en het loopt goed. Boven op de top foto en eten/drinken aanvullen. Onze ‘copain’ Marcel is ziek, heeft dezelfde hoest als de helft van de groep, maar hij had deze ochtend ook koorts, verder rijden is niet te doen voor hem. Hij is enorm teleurgesteld, op ze ‘n 59 ste gaat hij dit waarschijnlijk nooit meer kunnen/willen herhalen. Doris hoest ook veel, ze heeft een ‘kriebelhoest’.
We beginnen nu aan een super mooie afdaling, wel nog even 2 km klimmen tot op de top van de Col du Soulor, dan verder naar beneden naar de voet van de Tourmalet. De Pyrenéen zijn echt de moeite, voor ons persoonlijk mooier dan de Alpen, veel groener. Een beneden in het dal rijden we dwars door een locale mark, bij de eerste de beste apotheker stapt Doris binnen en komt terug met een flesje siroop, anti hoest zeg maar. De eerste slok doet wonderen, ze voelt zich direct al beter. Op 84 km een korte lunch en direct verder, de Col du Toumalet ( 19 km aan 9,4 % gem) wacht op ons. Ik keek al maanden uit naar deze legendarische klim, die stond sowieso op ons ‘to do’ lijstje, en vandaag was de dag aangebroken. Hoe mooi hij ook is, we hebben er enorm op afgezien, dit vooral omdat we eraan beginnen op het warmste uur van de dag, het is 33° op dit moment. Naast de weg stroomt water naar beneden, we stoppen, doen onze schoenen uit, gaan er met onze voeten in staan en laten onze kousen goed nat worden, ook de binnenvoering/kussentjes in onze helm maken we goed nat. Dit voelt al veel beter aan, maar 19 km klimmen in deze hitte is hoe dan ook afzien. De Tourmalet is op’t einde echt ontmoedigend, we kijken heel ver voor ons uit en zien wat ons nog te wachten staat. Opnieuw massa’s campers, niet heel veel Belgen valt ons op. Nog drie kilometer te gaan, we fietsen langs een Belgische camper. Bij de voordeur ligt een rondbuikige man in z’ en zeteltje. Hij ziet ons komen en glimlacht, gelukkig zegt hij niet dat ‘die vanachter niet meetrapt’, want dat zijn we al beu gehoord. Ik vraag hem of hij toevallig een blikje cola op overschot heeft. Hij knikt en duikt de frigo in. De man blijkt uit Massemen bij Wetteren te zijn. Pamel kent hij ook, wanneer hij vraagt waar we vandaan komen…Met deze suikerboost, vatten we de laatste 3 km aan. Het blijft tanden bijten, in de diepte zien we van waar we komen…Een op de top is het echt wel smal en heel druk, iedereen wil een foto aan het beroemde bord ‘ Col du Tourmalet’, ook wij nemen en foto natuurlijk.
Tot nu dacht ik dat dé meest lastige klim de Grand Colombier in de Alpen zou geweest zijn, maar de Tourmalet staat nu op één voor ons. Uiteraard, mocht je uitgerust aan de Tourmalet kunnen beginnen, zou het anders aanvoelen, maar uitgerust zijn we nu eenmaal niet meer. Muts en regenjasje aan en we dalen af. Wederom een zeer mooi afdaling, genieten bij momenten, meer dan tijdens ‘k klimmen, dan haalt ‘ afzien’ de bovenhand.
Nu komen nog twee klims van éérste categorie. Al snel beginnen we aan de Col d’ Aspin ( 12,4 km aan 4,8 %). De aanvang van de col is echt goed te doen, het is gedurende 8 km is niet echt lastig. Het einde daarentegen is ‘normaal’ voor een col, lastig dus. Nog steeds 30°, onderweg vragen we water aan een Franse dame, we bedanken haar waarop ze antwoord, ‘da ‘s toch normaal’ !
We zijn ondertussen al heel lang onderweg en onze ‘benzinetank’ staat bijna op reserve. We putten onze moed uit het feit dat we naar de laatste klim van de dag fietsen, de ‘Col du Peyresourde’ ( 9,5 km aan 6,7 %). Eerst fietsen we nog 10 km door het dal, we moeten even stoppen bij een café, ik heb een enorme klop van de hamer. Twee blikken cola na elkaar, een sportreep en ‘t gaat weer. Doris kan niet goed meer eten, haar maag ligt overhoop door de vele slokjes hoestsiroop die ze onderweg nam. De Peyresourde is de eerste 2 km mild voor ons, nadien begint wordt hij ‘wreed’. Elke kilometer staat er een bordje welke aangeeft hoever we van de top zijn en welk klimpercentage we de komende kilometer krijgen. Sneller fietsen we er niet door, maar het geeft wel ‘moral’.
Enorm veel volk, op elke lap gras staan tenten en campers, het lijkt op één lang uitgerekte campingterrein.We halen de top ergens net voor 20 u (!). Het busje staat ons op te wachten samen met Marcel, die nog steeds ziek is. Hij is blij voor ons, we hebben met hem te doen. Doris is ‘op’ en ik bijna…. Dit is één van de zwaarste ritten uit onze fietsgeschiedenis, voornamelijk door wat we de laatste twee weken al onder de wielen gekregen hebben, maar tja, ‘ C’est le Tour ‘ zegt men….
Van op de top is het nog 15 km dalen naar de finish in Bagniéres de Luchon, daar staat de bus. We zijn helemaal laatst, de Amerikaanse meisjes zijn 15 min. eerder aangekomen. Het was natuurlijk niet echt hét uitgelezen tandemparcours vandaag, maar dat wisten we vooraf, we klagen niet. We zijn blij dat we de dag kunnen afsluiten hebben zonder pech en zonder slecht weer. Zou Lourdes bezoeken dan toch geluk brengen…?
Naar deze rustdag hebben we echt uitgekeken. Na twee weken Tour voelen we ons al veel minder fris dan na de eerste week. Bijna de helft van onze groep is aan het hoesten, Doris heeft er ook van. Ik nog niet, bij mij zijn het aften die mijn mond tergen, da ‘s een typisch vermoeidheidsverschijnsel hoor je wel eens., ik ben zeker dat het niet gelogen is….;)
Ons hotel met (zeer dunne muren) maakt het niet makkelijk om te slapen, we horen alles tot drie kamers verder. In de voormiddag maakt ik de tandem proper en vervang de remblokjes. De grot van Lourdes mogen we niet missen nu we hier zijn, het is ongeveer 1 kilometer wandelen van waar we logeren. De straten op weg naar de grot zijn bijna één groot winkelcentrum met tussenin hotels, dit is business als een ander. Bij de grot zien we honderden pelgrims en gelovigen. Ik drink toch ook maar een slok van het heilige water, kan nooit kwaad denk ik bij mezelf. Wie weet blijven we hierdoor gespaard van lekke banden, gebroken kettingen en stilstaande bestelwagens….
Op de terugweg naar het hotel komen we Carl en Jan tegen, onze fietsgenoten uit Asse en Ternat, we vereeuwigen ons Lourdes bezoek op de gevoelige plaat.
Op papier zag deze etappe er makkelijk uit, geen echte col’s enkel op het einde twee van 4de en één van derde categorie. Het is totaal anders gelopen. Het is voor ons allen één van de zwaarste etappe’s geworden. Gans de dag stevige wind op kop en geen meter vlak. Het was beuken tegen de natuur, zonder ophouden, gelukkig in een groep van 20 fietsers, zodat we nu en dan konden schuilen achteraan in het peloton. De vijf bevoorradingen waren niks teveel. We reden door de ‘Gers’, zeer mooie streek, een aan te raden vakantiebestemming. Best vergelijkbaar met ‘Pays des Collines’ bij ons, de streek tussen Flobecq en Doornik. Even een beetje regen gehad, voor de rest een mooi zonnetje, niet heel warm.Op het eind nog drie puisten met naam en daarna vlak naar de finish, ‘t zal voor overlevende sprinters worden morgen.
Om 17.30 u komen we aan bij de bus, die ons nadien 45 km verderop naar Lourdes brengt. Wij beleven hier de tweede rustdag morgen. Rusten én bidden gaan we doen…..