Nog snel een foto met de hond van de b&b (hij heet ook Chip) waar we verbleven, een mooi geknipte poedel van 7 jaar. Het is al 30 graden wanneer we wegfietsen, amaai we gaan nog zweten vandaag. De laatste km’s langs de oostkust vandaag. Na 30 km op weg 9 gaan we het binnenland in én omhoog. Heel regelmatig komen we fietsers tegen die ‘route 1’, de tour rond Taiwan volgen. Fietsers van hier bedekken bijna dikwijls hun volledige lichaam, zelfs een doek voor hun gezicht. Iets wat wij doen in de winter bij vriesweer. Hier willen ze helemaal geen gebruind gezicht, dat betekent hier dat je op het veld werkt en dat zien ze niet als de meest gegeerde plaats in de samenleving. Ook in andere Aziatische landen zie je dit fenomeen wel meer. Bij ons is het net omgekeerd, wanneer je ‘wit’ uit vakantie komt volgt steevast de opmerking ‘oei, precies geegoeweergat’. We klimmen 10 km op de 9, ergens onderweg stoppen we even bij een politiekantoortje, ik zit één agent, hij heeft zeker en vast nog niet lang geleden zijn heilige communie gedaan, zo jong zag hij eruit. Het is geweten dat je in Taiwan als fietser welkom bent bij de handhavers der wet, om kleine herstellingen te doen, een fietspomp te gebruiken etc. Zelf grote en kleine ‘boodschappen’ mag je achterlaten. Ik profiteer ervan om wat Taiwanese lucht bij te pompen. Een uurtje later zijn we boven op de top. Er staat een groep fietsers uit Taipei net een groepsfoto’s te nemen, ook zij doen een rondje Taiwan. Ze nodigen ons uit om mee op de foto te komen staan. Vanaf hier nemen we weg 199, een rustige weg die kronkelend door het dicht beboste bos slingerd. Hier en daar zien we een aap, maar die willen nooit op de foto. In een dorp van niemendal eten we gebakken rijst en noedels, opnieuw heel lekker voor 2 euro (!). In Taiwan kan je je nooit arm eten. Terwijl we wat later op een kruispunt even stilstaan komt er een jongen met bagage achterop aangefietst. Hij komt bij ons en vraagt of we een probleem hebben, nee hoor alles kits met ons ! Ook hij doet een rondje Taiwan, 150 km per dag zegt hij, jawaddedadde, da’s wel veel mét bagage, én zonder klikpedalen en koersbroek, ‘respek’ zeg ik. Het is al de tweede dag dat we ’s ochtends niet weten waar we gaan slapen, we beslissen pas wanneer we er zijn. Ik heb wel een route die we volgen en we weten wel min of meer waar er hotels of b&b’s zijn. Op voorhand boeken is al eens wat minder meegevallen, op booking.com zijn de foto’s soms mooier dan de realiteit. Booking toont ook steeds ’toevallig de laatste kamer’, wat zever in pakskes is. Als je aan de receptie staat scheelt het een derde van de prijs tegenover de booking prijzen. Ik begrijp dit wel, booking is geen liefdadigheidsinstelling.. We slapen in een redelijk aftands hotel vandaag, er was sowieso niet veel keuze. In dit dorp zijn er natuurlijke warmwaterbronnen. De hotels maken hier gretig gebruik van. Zo hebben we een bad binnen in de kamer én buiten op het terras, beiden voorzien van zo’n ‘natuurlijk water’, ons vel voelt 10 jaar jonger aan ! Het avondeten was somber en gene vette, we zaten gans alleen in de eetzaal, waar zijn al die andere toeristen…?