Dinsdag 11 juni
We verlaten het eiland met de bootje waar we gisteren mee aangekomen zijn. Het duurt 45 minuten om ons naar de andere kant te brengen. Daar staat Robert, onze chauffeur te wachten. Tijd om op te warmen is er niet, we stijgen 400 meter op minder dan 10 km en zien het meer vanop 2400 meter in de verte verkleinen. Na 15 km gaan we terug verharde wegen op, het is afwisselend op en neer, de dorpjes volgen elkaar in sneltempo op. Wanneer we een school naderen staan er al snel tientallen kinderen langs de kant van de weg. Het duurde niet lang of de prefect, zelf nog een tiener, kwam boos aangelopen met een zweepje (!) in de hand om de kinderen terug naar de speelplaats te ‘leiden’. Pedagogische zweepslagen zullen we het maar noemen. Op een akker waar we langsfietsen staan wel 20 mannen en vrouwen, die laatste met een kind op de rug, naast elkaar netjes op een rij het land om te ploegen mét de hand. Het AN woord van hun gereedschap ken ik niet, het Pamel’s woord is een ‘brauk’. Letterlijk AL hun werk is handwerk, een traktor hebben we nog niet gezien. Gisteren zagen we mannen grote rotsblokken losmaken uit een bergwand, manueel (!) waarna vrouwen en kinderen de grote stukken met een hamer fijn slaan tot kiezelsteentjes. Het is onvoorstelbaar wat we vanop de fiets zien qua ‘arbeid’. De reactie’s wanneer ze ons op de tandem zie passeren blijven dezelfde, openvallende monden die overvloeien in een lach. Fietsen voor ‘de sport’ is hier echt ongezien en al zeker me 2 op 1 fiets. Na gisteren dachten we dat we de mooiste locatie wel zouden gehad hebben maar vandaag is het zo mogelijk nog mooier :), we logeren aan Lake Mutanda. In de verte wordt het meer omringt door 6 slapende Virunga vulkanen. Met foto’s weergeven wat we zien is moeilijk, zo niet onmogelijk. Morgen rustdag voor de fiets maar niet voor onze benen.