De ochtend begint ook vandaag iets minder plezant. Onze fietskledij die we lieten uitwassen krijgen we halfnat terug om 6.30 u, net voor het ontbijt. Met het kleine reisdrogertje dat we bijhebben blaas ik het zeem in onze koersbroek zo goed als mogelijk droog terwijl Doris gaat eten, we wisselen mekaar af zodat we toch in een min of meer droge broek kunnen vertrekken. De eerste 60 km doen we met de busjes, die ons terug naar de hoofdweg brengen. Lalibela ligt namelijk zeer afgelegen en is enkel te bereiken via een vrij slechte weg met hier en daar asfalt. Ooit zal die weg af zijn! We doen 2 uur over 60 km, dat zegt genoeg. De regen van gisteren was gelukkig uitzonderlijk, we kunnen droog van start. We fietsen tot op een hoogte van 3750 meter, het dak van deze reis. Het hoogteplateau is enorm, het is hier op deze hoogte’s dat de Etiopische lange afstandslopers de basis leggen van hun suprematie. We stoppen zoals gewoonte om de 20 a 30 km. Het is bij momenten wel koud wanneer de zon even verdwijnt achter een schaarse wolk. Onze benen zijn vrij goed. Naarmate de dagen en km’s vorderen zie je de groep veranderen, de fietsniveau’s zijn nogal verschillend trainingskilometers en sommigen zijn de eerste dagen nogal (te) enthousiast van start gegaan. We lunchen in de zon met schrale wind na ongeveer 50 km. De armoede die we onderweg zien is wel schrijnender dan we verwacht hadden. Veel kinderen die ons zien passeren roepen ‘money money’ of vragen een pen of tonen gewoonweg een uitgestoken handpalm. Ze hopen dat ze iets gaan krijgen maar er is geen beginnen aan. We zouden wel 1000 pennen kunnen uitdelen, het is gewoon niet te doen. Aan het einde de hoogvlakte, dalen we 1800 meter omlaag de groene tropen in. De asfaltweg is bij momenten heel slecht en modderig door de regen van gisteren, we zijn echt smerig. De etappe eindigt in Weldiya na 106 km en logeren in een basic guesthouse. Uit de douchekop komen enkel lauwe druppels . Na de douche wast Doris de fietskledij uit in het wasbakje, de laundry service doen we beter zelf. Het avondeten heeft een ‘Fawlty Towers’ kantje. Een restaurant is er eigenlijk niet. Bij de receptie werden er wat tafels bij elkaar geschoven waar een flinterdun servetje en bestek op lag. Na een half uur zien we 21 borden spaghetti uit de keuken komen. Hmmmm, lekker dachten we met een grommende maag. Eėn klein probleempje wel, het waren koude spaghetti’s, alle 21. De honger die we allen hadden haalde het van de durf om te reclameren, bijna elk van ons heeft het opgegeten hoe het geserveerd werd. Iedereen dacht wellicht hetzelfde maar niemand wil de lul van de groep zijn. Pascal heeft dan met Alex, het Ethiopische manusje van alles nog voor afhaalpizza gezorgd maar ondertussen waren we een klein uurtje verder en waren er al enkelen gaan slapen. Die pizza was uiteindelijk ook niet echt warm meer maar ‘this is Afrika baby’ !



