Vrijdag 14 juni
84 km – 1350 hm
We blijven in Musanze en doen uitdagend ritje naar de Twin Lakes, Lake Burera and Lake Ruhondo. We flirten heel de tijd met de 2000 meter grens, we zijn al bijna twee weken op hoogtestage. De uitzichten zijn vergelijkbaar met de Ugandese maar de mensen zijn ‘anders’. De kinderen zijn extreem uitgelaten en lopen mee de berg op. Ze zeggen meestal ‘good morning’ en dit gans de dag door. Regelmatig roepen ze ook stoerweg ‘give me money’ , dan staan er meestal andere kinderen bij. De volwassenen zijn veel introverter dan de Ugandezen. Een verrassing is het niet, we wisten dat ze gereserveerder zijn. Het parcours was wel de moeite maar de ondergrond was heel ruw, (te)veel stenen. Terug in de stad aangekomen eten en drinken we bij een restaurant met de naam ‘Le petit Bruxelles’. Er zat nog een ‘bleek vel’, het bleek een Limburger te zijn die verhuist is naar Rwanda en een firma heeft opgericht die naar goud gaat zoeken hier in de streek. Hij is overtuigd dat dat gaat lukken. ‘s Avonds eten we opnieuw in een Belgisch restaurant maar de patron was er niet. Het zou iemand uit het Pajottenland zijn, zijn restaurant heer ‘La Paillotte’, het was lekker maar veel te veel, de kip zal morgen als lunch dienen. Naast ons zit een koppeltje waar we mee aan de praat geraken. Zij een 24 jarige Rwandese, hij een Brit van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze verhuizen binnenkort naar Birmingham waar ze hun leven gaan uitbouwen. Dat meisje gaat nog verschieten in het koude Engeland. We hebben veel bijgeleerd over de Rwandese gewoontes, de mensen en veel ditjes en datjes. We hebben meteen een andere kijk op de verlegen Rwandezen.