Wanneer we Sendim uitfietsen is het 20 graden. De eerste 12 km zijn glooiend, niet echt veel bergop. Nadien volgt er een uitdaging volgens Antonio, iedereen die naar boven fiets wordt getrakteerd op een ijsje. Het is een oude Romeinse weg, bezaaid met dikke schots en scheve stenen, ongeveer 800 meter lang. Wij dachten,mmmm dat ijsje gaan we niet uit onze handen laten gaan maar helaas, het was niet te doen, zeker niet met de tandem. Enkel Rui, een jonge Portugees is naar boven gereden. We flirten gans de rit met de Spaanse grens. Wanneer het even op asfalt komen zien we dikwijls een bord dat ‘Espahna’ aangeeft. De eerste koffiebreak is improvisatie, het enige café in het dorp is bijna nooit open hoorden, en ze houden hier blijkbaar van tradities want ook nu was het gesloten. De lunch is op een héél mooie plek, bij een soort George de Verdon achtige kloof. De zon is wel haar best aan het doen, we moeten ‘vechten’ voor een plekje schaduw. Het is terug een warme dag, het parcours veranderd constant, van graniet achtige rotsige ondergrond tot zanderige karrensporen, hoog gras met veel doornen, het passeerd allemaal nee nee wielen. Gelukkig rijden we tubeless (zonder binnenlanden voor de niet fietsers). We komen na een supersteile klim aan in Freixo, een groot dorp met een middeleeuws fort, vandaar de klim. Middeleeuwse forten zijn hier zeer talrijk, de Portugezen werden door de eeuwen heen aangevallen door Spanjaarden, die rivaliteit is nooit meer weggegaan. Het hotel is simpel en proper, er is zelfs internet. Vananvond eten we in een Spaans restaurant de lekkerste varkenshaas ever !