De boiler kamer, eerst stoken met hout en een uurtje later warm water !!!!!!
‘Ja jonges, da gaat hier vooruit zleh’. Vandaag staan er 120 km op het menu, de laatste rit in Botswana. We krijgen een geschenkje uit de Afrikaanse hemel, het is een beetje bewolkt vandaag, we wordt uiteindelijk maar dertig graden. Uit moeder aarde komen er geen geschenken, want ik heb drie lekke banden. Drie keer een doorntje van amper 3 mm, ’t leven kan onverbiddelijk zwaar zijn 😏. De rechte wegen zijn we al gewend, maar het blijft een mentale kwestie, het besef dat we geen bochten of bergen moeten verwachten. Nog een laatste olifant die ons uitslurft en meer en meer koeien, één van onze Belgische ‘big five’ komen ten tonele. Het landschap begint te veranderen nu Namibië dichterbij komt. We stoppen bij groepje schoolkinderen die na de foto om snoep vragen, dat hebben we helaas niet bij, stom…..Daar we zeer weinig door dorpjes zijn gereden, omdat er simpelweg geen zijn, hebben we er eigenlijk niet aan gedacht snoepjes mee te nemen. We proberen zo veel mogelijk in groep te rijden vandaag en een ‘waaiertje te trekken’ want de wind komt stevig van op de zijkant. Na 120 km is er lunch, ‘iene me hesp of iene me keis’, de keuze is aan ons. Die broodjes smaken altijd na een stevige rit. Bijna iedereen heeft uitgereden, een paar vrouwen stapten in een bus een eindje voor de ‘finish’. Nadien laden we de fietsen op en rijden we nog een 180 km door tot aan de campeerplaats nabij Ghanzi. We zijn er rond 16 u, er staat nog een activiteit op het programma. De ‘San bushmen’, een Afrikaanse stammengroep, de eerste inwoners van Africa zeg maar, gaan ons de rondleiding geven en vertellen hoe zij overleven in de wildernis. Ze zijn donkerder dan het donkerste bruin, hun huid krijgt zoveel zon te verduren dat ze er dubbel zo oud uitzien dan ze werkelijk zijn. Ze tonen ons hoe ze geneesmiddelen halen uit de planten en op hun manier bvb hoofdpijn, rugpijn en een dikke ‘valling’ bestrijden en zelfs met welke kruiden ze voorkomen om zwanger te worden etc. Wij gaan hiervoor gewoon bij ‘ De Pauw’, da’s makkelijker. Het meisje, amper 17, heeft al 2 kinderen waarvan ze het jongste, 8 maanden oud op haar rug draagt. ‘Da’s andere kak’ dan drie platte banden filosofeer ik terwijl ik ze op hun blote voeten door de struiken voorzien van bovenvermelde doornen zie stappen. Er is een tolk bij die alles vertaalt, hij vertelt oa dat ze sinds een paar jaar niet meer morgen jagen, hun leefwijze van weleer wordt stilaan moderner. Het ‘land’ waar ze op leven is landbouwgrond geworden en wordt ondermeer gebruikt voor veeteelt. Blijven jagen zou voor hen betekenen dat ze niet weten welke dieren ze al dan niet met hun speer mogen neerhalen. Dus als ze vlees willen eten , halen de bushmen van vandaag het ook gewoon bij de beenhouwer of in één van de talrijke Spar winkels. Moet wel grappig zijn, een bushmen bij de vlees afdeling van de supermarkt. Dat is vergelijkbaar met wij die met boog en pijl, in Poelk of op ‘Toembergen’ op een koe gaan jagen. De rondleiding loopt op zijn eind tegen zonsondergang. Er is ondertussen warm water voor de douche horen we. Dit warme water komt van een boiler die eerst met hout aangestoken wordt en dus tijd nodig heeft om op te warmen, vandaar dat we douchen ná de uitstap met de bushmen. De crew staat ondertussen aan de kookpotten, we eten Italiaanse spaghetti Bolognese in Africa vanavond. De bushmen zouden zouden raar opkijken , maar ze zijn er al vandoor.