Na een ontbijt, Japanse style, wil de eigenaar van de ryokan met ons op de foto.
Het is 8u30, we vertrekken naar Himeji. In het begin opnieuw vrij druk, nadien rijden we over fietsroutes. Kort voor Himeji een raar geluid aan de fiets, een zit een serieuze ‘slag’ in ons achterwiel blijkt, het resultaat van een spaakbreuk. Niet echt een drama maar toch niet direct iets waar ik blij van word. Hierdoor sleept het wiel tegen ons spatbord. Ik zie geen andere oplossing dan het te demonteren en achter te laten, ik wil vooral vermijden dat de achterband beschadigd zou raken hierdoor. Ik moet een fietsenmaker zien te vinden in Hemeji. Probleem is dat we de ferry van 13u35 moeten halen die ons naar het eiland Shodoshima zal brengen. Een latere boot is geen optie want het is na de boottrip nog een eind fietsen tot aan het hotel. We fietsen richting haven en na een paar kilometer passeren we gelukkig een grote fietsenzaak. De eigenaar en zijn vrouw staan in het deurgat en het is net of ze staan ons op te wachten. Ik stop, waarna hij buigt en vraagt ‘kan ik u helpen?’. Ik toon hem de kapotte spaak, en zeg hem dat ik een reservespaak bij heb. Ik leg hem ook uit dat we op tijd aan de ferry moeten zijn, dat we niet veel tijd hebben. ‘Ok’ zegt hij, dat moet lukken. Na het wiel uit te nemen merkt hij op de er twee spaken gebroken zijn, ik heb er maar 2 bij, dus hierna mag het niet meer fout gaan. Een half uurtje, 10 euro en een leuke foto later zijn we klaar om verder te fietsen.
Net voor de ferry kopen we nog een paar broodjes/ koeken bij een warme bakker, we zijn ruim op tijd voor de ferry.
Bij het wachten maken we kennis met een gepensioneerde leraar en zijn vrouw. Hij sprak met aan in het toilet, hij vroeg uit welk land we afkomstig waren. Hij was oa al in België en een paar andere Europese landen geweest, sprak goed Engels ook. We praten over vanalles en zijn vrouw nodigt ons morgen uit voor een theeceremonie nadat ik hem vertel dat we door zijn dorp gaan fietsen.
Het eiland Shodoshima, is 1 van de 6800 eilanden (!) die Japan die rijk is.
Wanneer we de ferry opgaan met de tandem in hand, komt iemand van het personeel ons twee paar rubberen crocs-achtige pantoffels aanreiken. We nemen ze beleefd aan, bekijken mekaar maar snappen er niets van. Waarschijnlijk denken ze dat we koersschoenen aanhebben en dat we niet op onze schoenplaatjes de steile trap niet gaan opraken. Redelijk hilarisch moment, het lukt ons uiteindelijk zonder de crocs!
We zitten nu voor bijna twee uur op de boot, samen met maar een paar mensen.
Eens aan land beginnen we meteen te fietsen want het is nog een eind. We kunnen een stukje afsnijden via een tunnel, wat we ook doen, we gaan anders nooit binnen zijn voor het donker wordt. Al snel zijn we in het kustdorpje, nu kan het niet ver meer zijn……..denk ik tenminste. We rijden de baan omhoog waar ik de waypoint van het hotel gezet had, het blijkt echt een colletje, met redelijk veel haarspeldbochten. Geregeld 10% omhoog, we voelen het in onze benen met al de bagage op de fiets. Het is al 16u30 ondertussen, om 17 u gaat de zon onder, even later is het donker. We hebben geen fietslamp bij, door een misverstand vergeten in Pamel. We komen aan het waypoint maar geen hotel te zien, niéts te zien eigenlijk. We fietsen nog even verder, misschien is het achter de volgende bocht, maar nog een paar bochten verder moeten we concluderen dat we op de verkeerde baan aan het fietsen zijn, doorrijden is zinloos. Het is ondertussen pikdonker, er rijden quasi geen auto’s. We stoppen en halen de iPad boven. Door het ‘internet bakje’ kunnen we kijken we op Google Maps waar het hotel is én zien we onze eigen locatie. We zien onszelf op een weg die evenwijdig loopt maar we kunnen niet anders doen dan naar beneden rijden. We doen al onze kleren aan want het is koud geworden ondertussen. Er komt een auto aangereden, ik zwaai met ons gele hesje welke we gelukkig bij hebben. De auto vertraagd even maar rijd toch door. Een volgende auto stopt, ik vraag aan de vrouw naar de naam van ons hotel, ze blijkt het te kennen, jullie moeten naar beneden maakt ze ons duidelijk. Met mijn iPhone in de hand en de app ‘pillamp’ aan, rijden we naar beneden. Eens in het dorp is er nog een bakker open. Ik maak hem duidelijk wat we zoeken, hij kent het hotel en belt naar de eigenares. ‘Ze gaan jullie komen halen’ zegt hij. We zuchten van ‘contentement’ en kopen twee gebakjes die nog uitgestald lagen, want we hebben honger. Al snel komt de dame aangereden en zegt ‘ you are mister lieven?’
Ik zal voorrijden zegt ze, en 10minuten later zijn we in haar hotelletje. We zijn er blijkbaar alleen te zijn, het is een pensionnetje, een beetje aftands maar heel proper. We nemen in bad in heerlijk warm bronwater en 30 minuten later brengt ze ons naar een lokaal visrestaurantje, heel klein, er zitten een paar locals te eten. Ze gaat mee binnen want ze spreken hier geen woord Engels en in het menu geen verstaanbaar woord. Ze vraagt ons wat we lusten/ niet lusten en besteld voor ons. Ik maak haar enkel nog duidelijk dat we serieuze honger hebben ;).
Al wat we even later voorgeschoteld krijgen is lekker, we drinken ook nog twee 500 ml flessen fluitjesbier leeg, waarna de kok himself ons terugbrengt naar ons pension, van service gesproken!