We vertrekken goed op tijd voor wat een mooie tocht gaat worden naar Polunnawura.
Het is amper 30 graden om 8 u wanneer we het hotel verlaten, dat voelt aan als ‘koel’.
Geregeld fietsen we op rode, zanderige gravelwegen, maar in het droge seizoen is dit nooit een probleem. De wegen waar we 90 % van de tijd op fietsen zijn van de beste ‘macadam’ kwaliteit.
Het Kandalamemeer is de eerst halte voor een korte stop, dan door naar Sigiriya.
Sigiriya heeft een attractie in Sri Lanka, er is een hoge rots die van ver uit het landschap schiet.
Het is een van de zeven plaatsen in Sri Lanka op de werelderfgoedlijst. Het 1600 jaar oude complex bestaat uit een zomer- en winterpaleis, lusthoven die omgeven zijn door 8 km muren en grachten en boven op de rots is een citadel. Het is in 7 jaar gebouwd en slechts 18 jaar bewoond geweest.
Via 400 trappen kan je naar boven om het te bezoeken maar wij hebben van ver een foto genomen. We kunnen de fiets er niet alleen achterlaten en euh……400 trappen zien we niet echt zitten….;)
Vanaf hier fietsen we door een natuurreservaat waar een groot bord aangeeft ‘opgepast, overstekende wilde dieren’. Op een olifant na zien we verder niets dat heel wild is.
Heel soms wel wild gedrag vanuit iets met vier wielen en een stuur, net zoals bij ons, maar dat is eerder uitzonderlijk.
Het was opnieuw een warme fietsdag, gemiddeld 35 graden.
Logeren doen we in een hotel aan een meer, in een oud gerestaureerd vakantiehuis van de ‘Queen’, jaja, die van Engeland…..;)