Dag 1 & 2
Op een koude dinsdagavond reizen we naar Ethiopie om vandaar te fietsen naar buurland Djibouti. Eerst 7 uur vliegen tot Addis Abeba om daar 7 uur (!) te wachten op de volgende korte vlucht van 2 uur naar Aksum, de meest noordelijkste stad van Ethiopie. Van een vlotte aansluiting is helaas geen sprake. De twee vlucht is met een klein propellervliegtuig, een Bombardier. Twee keer twee rijen met een smalle gang ertussen. De kalmeerpil die Doris neemt bij elke vlucht werkt niet goed voor dit type vliegtuig heb ik de indruk. Wanneer we met deze rammelkist de lucht ingaan herinnert ze zich opnieuw dat ze eigenlijk vliegangst heeft. We doen een tussenstop in Gondar maar na minder dan 30 minuten zijn we opnieuw de lucht in. De luchthaven van Aksum en heel klein, er is amper 1 klein bagagebandje. Onze fietsdoos is er gelukkig bij, altijd spannend en zeker met kleine vliegtuigen. Van deur tot deur zijn we 24 uur onderweg geweest waarvan 9 u in de lucht. Het is valavond wanneer we naar een kort ritje in de taxi aankomen in hotel Amhar. We verkennen ’s avonds even kort de buurt en proeven van de locale specialiteiten. Die werden geserveerd zonder bestek, want naar gewoonte eet men hier met de hand. Dat zagen we op dit moment niet zitten wegens te veel honger én te moe. Met de glimlach kregen we een vork en lepel.
Aksum is de oudste stad van Ethiopië, in de regio Tigray, niet ver van de grens met Eritrea. De stad heeft 49.523 inwoners (2007). De stad was in de oudheid het middelpunt van het koninkrijk van Aksum. Aksum is een UNESCO werelderfgoed sinds 1980. Belangrijke bezienswaardigheden zijn de kathedraal van onze heilige Maria van Zion waar de ark van het verbond zou staan, een veld met obelisken en de paleizen van Kaleb en de Koningin van Sheba.