Het was voorspelt en het komt uit, vandaag regen!
Eerst ontbijten, hier geen keuzestress echter, het is simpel om niet te zeggen heel simpel. Bagels en wit brood welke we kunnen toasten, moéten toasten wegens anders niet te vreten. Er staat ook een grote pot pindakaas met 1 mes ernaast. Dat doet me denken aan de Crocodile fietswedstrijd, jaren geleden in Australië. Daar stond ‘s ochtends ook zo’n grote pot met 1 mes (voor 100 man). Kevin Hulsmans, de gewezen Quick Step prof, zei toen “dees geloven ze thuis nooit”.
Naast ons zit een echtpaar, Franstalige Canadezen verraad hun accent, twee tafels verder een groepje Libanese vrouwen uit Calgary ( de anders kant van Canada). Die waren op familiebezoek. Hun accent was zeer Canadees, ze woonden hier sinds 1978. Een van de vrouwen vertelde ons dat haar dochter trouwde volgende week, een feest 700 genodigden (!). Ik zeg “amaai, dat gaat wat kosten”, waarop ze lachend antwoord dat de rekening voor de bruidegom is.
Er zitten heel veel Libanezen in Canada leren we, er wonen trouwens meer Libanezen buiten Libanon dan in dat land zelf.
Ik vraag me spontaan af hoeveel Belgen er in Canada wonen. Een beetje googelen leert dat er sinds 1850 zijn er in verschillende golven duizenden Belgen naar Canada zijn geëmigreerd.
Ondertussen is het bijna middag en regent het minder hard, eerder motregen. We schieten ons de ‘105’ op en zijn op weg naar Baddeck. Meteen twee kilometer afdalen, niet echt ideaal om op te warmen. Nadien gaan we rechts de brug op die ons over het meer zal brengen. Bill, de man die ons de fietsen verhuurde had ons gewaarschuwd voor deze brug, ttz, voor de hevige zijwind die er soms blaast én voor het gebrek aan ‘shoulders’, dat zeggen ze hier tegen ‘pechstroken’. DIe zijn ideaal voor fietsers, ze vervangen eigenlijk de fietspaden. We rijden in het midden van ‘ons’ rijvak zodat niemand ons rakelings kan voorbijrazen. Pal achter ons, een enorme vrachtwagen, een ‘roadtrain’. Ik blijf in het midden fietsen, geef hem geen kans om te passeren. Hij is geduldig, we horen geen claxon en een paar minuten later is er voldoende ruimte voor iedereen….
Hier begint meteen de enige klim van de dag, 7 km lang en 240 meter omhoog. Dat is helemaal niet steil, maar toch zweten we al snel. Alles auto’s en vrachtwagens nemen een ruime bocht, nooit gevaarlijke situaties.
Op de top regent het opnieuw harder, we dalen af in een redelijke plensbui. Rechts van ons het Bras d’Or meer. Dit zou normaal een fotomoment zijn, maar de regen en mist maken het zinloos hiervoor te stoppen.
In dalende lijn fietsen we tot in Baddeck. Op het eerste zicht een leuk toeristisch stadje met restaurants en winkels. Drijfnat komen we aan in het hotel, dat aan het meer ligt. Na een vriendelijk onthaal brengt de jonge eigenares ons naar onze mooie, warme doch kleine kamer.
Ze raad ons een lekker restaurant aan, de andere kant van de straat, hier komen we vanavond nog eens terug !
Eerst bezoeken we nog het wassalon, zo hebben we morgen droge fietskleren.