Tour on Tandem, etappe 16 Pau – Bagnéres-de-Luchon 198 km 4970 hm

 

Na de rustdag van gisteren hopen we klaar te zijn voor dé koninginnerit van deze Tour. Er staan 197 km 4 col’s op het programma. Om 5.30 u de wekker, 6 u ontbijt, dan de bus op voor 40 km en even voor 8 u zitten we op de fiets. We vertrekken in één groep maar die gaat te snel, de groep breekt in stukken. Op km 35 is er bevoorrading, aan de voet van de Col d’ Aubisque, de eerste col ( 16,4 km aan 7,1% gem). ‘t Is de eerste van de dag, we zijn nog fris en het loopt goed. Boven op de top foto en eten/drinken aanvullen. Onze ‘copain’ Marcel is ziek, heeft dezelfde hoest als de helft van de groep, maar hij had deze ochtend ook koorts, verder rijden is niet te doen voor hem. Hij is enorm teleurgesteld, op ze ‘n 59 ste gaat hij dit waarschijnlijk nooit meer kunnen/willen herhalen. Doris hoest ook veel, ze heeft een ‘kriebelhoest’.

 

We beginnen nu aan een super mooie afdaling, wel nog even 2 km klimmen tot op de top van de Col du Soulor, dan verder naar beneden naar de voet van de Tourmalet. De Pyrenéen zijn echt de moeite, voor ons persoonlijk mooier dan de Alpen, veel groener. Een beneden in het dal rijden we dwars door een locale mark, bij de eerste de beste apotheker stapt Doris binnen en komt terug met een flesje siroop, anti hoest zeg maar. De eerste slok doet wonderen, ze voelt zich direct al beter. Op 84 km een korte lunch en direct verder, de Col du Toumalet ( 19 km aan 9,4 % gem) wacht op ons. Ik keek al maanden uit naar deze legendarische klim, die stond sowieso op ons ‘to do’ lijstje, en vandaag was de dag aangebroken. Hoe mooi hij ook is, we hebben er enorm op afgezien, dit vooral omdat we eraan beginnen op het warmste uur van de dag, het is 33° op dit moment. Naast de weg stroomt water naar beneden, we stoppen, doen onze schoenen uit, gaan er met onze voeten in staan en laten onze kousen goed nat worden, ook de binnenvoering/kussentjes in onze helm maken we goed nat.  Dit voelt al veel beter aan, maar 19 km klimmen in deze hitte is hoe dan ook afzien. De Tourmalet is op’t einde echt ontmoedigend, we kijken heel ver voor ons uit en zien wat ons nog te wachten staat. Opnieuw massa’s campers, niet heel veel Belgen valt ons op. Nog drie kilometer te gaan, we fietsen langs een Belgische camper. Bij de voordeur ligt een rondbuikige man in z’ en zeteltje. Hij ziet ons komen en glimlacht, gelukkig zegt hij niet dat ‘die vanachter niet meetrapt’, want dat zijn we al beu gehoord. Ik vraag hem of hij toevallig een blikje cola op overschot heeft. Hij knikt en duikt de frigo in. De man blijkt uit Massemen bij Wetteren te zijn. Pamel kent hij ook, wanneer hij vraagt waar we vandaan komen…Met deze suikerboost, vatten we de laatste 3 km aan. Het blijft tanden bijten, in de diepte zien we van waar we komen…Een op de top is het echt wel smal en heel druk, iedereen wil een foto aan het beroemde bord ‘ Col du Tourmalet’, ook wij nemen en foto natuurlijk.

Tot nu dacht ik dat dé meest lastige klim de Grand Colombier in de Alpen zou geweest zijn, maar de Tourmalet staat nu op één voor ons. Uiteraard, mocht je uitgerust aan de Tourmalet kunnen beginnen, zou het anders aanvoelen, maar uitgerust zijn we nu eenmaal niet meer. Muts en regenjasje aan en we dalen af. Wederom een zeer mooi afdaling, genieten bij momenten, meer dan tijdens ‘k klimmen, dan haalt ‘ afzien’ de bovenhand.

 

 

 

 

 

 

Nu komen nog twee klims van éérste categorie. Al snel beginnen we aan de Col d’ Aspin ( 12,4 km aan 4,8 %). De aanvang van de col is echt goed te doen, het is gedurende  8 km is niet echt lastig. Het einde daarentegen is ‘normaal’ voor een col, lastig dus. Nog steeds 30°, onderweg vragen we water aan een Franse dame, we bedanken haar waarop ze antwoord, ‘da ‘s toch normaal’ !

 

 

We zijn ondertussen al heel lang onderweg en onze ‘benzinetank’ staat bijna op reserve. We putten onze moed uit het feit dat we naar de laatste klim van de dag fietsen, de ‘Col du Peyresourde’ ( 9,5 km aan  6,7 %). Eerst fietsen we nog 10 km door het dal, we moeten even stoppen bij een café, ik heb een enorme klop van de hamer. Twee blikken cola na elkaar, een sportreep en ‘t gaat weer. Doris kan niet goed meer eten, haar maag ligt overhoop door de vele slokjes hoestsiroop die ze onderweg nam. De Peyresourde is de eerste 2 km mild voor ons, nadien begint wordt hij ‘wreed’. Elke kilometer staat er een bordje welke aangeeft hoever we van de top zijn en welk klimpercentage we de komende kilometer krijgen. Sneller fietsen we er niet door, maar het geeft wel ‘moral’.

Enorm veel volk, op elke lap gras staan tenten en campers, het lijkt op één lang uitgerekte campingterrein.We halen de top ergens net voor 20 u (!). Het busje staat ons op te wachten samen met Marcel, die nog steeds ziek is. Hij is blij voor ons, we hebben met hem te doen. Doris is ‘op’ en ik bijna…. Dit is één van de zwaarste ritten uit onze fietsgeschiedenis, voornamelijk door wat we de laatste twee weken al onder de wielen gekregen hebben, maar tja, ‘ C’est le Tour ‘ zegt men….

 

 

 

 

Van op de top is het nog 15 km dalen naar de finish in Bagniéres de Luchon, daar staat de bus. We zijn helemaal laatst, de Amerikaanse meisjes zijn 15 min. eerder aangekomen. Het was natuurlijk niet echt hét uitgelezen tandemparcours vandaag, maar dat wisten we vooraf, we klagen niet. We zijn blij dat we de dag kunnen afsluiten hebben zonder pech en zonder slecht weer. Zou Lourdes bezoeken dan toch geluk brengen…?

 

 

Benieuwd naar meer?