Nog één lange etappe fietsen, de op één na langste van deze Tour, dat is wat we vandaag gaan doen. Iedereen is blij dat het er bijna opzit, deze Tour. Naar het noorden vandaag, met gans de weg kopwind. Uit Blagnac, een deel van Toulouse fietsen we weg langs een veel te drukke weg, maar er zit niets anders op. We rijden langs de fabriek van vliegtuigbouwer Airbus, een grote poort staat open, we zien van ver de staart van een, denk ik nieuw exemplaar.
De snelle groep is er direct vandoor, ons peleton, wat trager fietst is vrij omvangrijk. Er wordt veel gehoest, de virale infecties zijn op 1 hand niet te tellen. Doris is er vanaf, mezelf hebben de virussen voorlopig met rust gelaten. De eerste 70 km zijn vrijwel vlak, enkel een klim van derde cat. Na de lunch begint het stevig te heuvelen, er komen nog drie klimmetjes van vierde cat. eer we in Brive zijn. Het is terug een vlakke etappe, althans naar Tour normen. Aan onze benen kunnen we dit echter niet wijsmaken, ze voelen de 2150 hm die we vandaag overbruggen helemaal niet als vlak aan maar eerder als een tochtje in de Ardennen. We voelen ons goed ondanks alles, het peletonnetje breekt in stukjes naarmate de etappe vordert. Op het parcours van vandaag komen we met onze tandem beter uit de verf, we komen sneller aan dan sommigen ons verwachtten. Tijdens de etappe’s in het hooggebergte waren we steeds veruit bij de laatste. We eindigen met 233 km op de teller, ons ‘gat’ doet zeer, maar kapot zijn we tot onze eigen verbazing niet. We hebben nochtans al ruim meer dan 3000 km gefietst op iets meer dan twee weken. De organisatie heeft een hotel voorzien even buiten Brive, waar de officiële finish zal zijn morgen. We kunnen er douchen én eten, alvorens we een transfer van 250 km noordwaarts maken. Ons bed zien we pas om middernacht.